Sastre wint Tour op fiets van TU/e ingenieur

De Spanjaard Carlos Sastre heeft de Tour de France gewonnen op fietsen van het bedrijf Cervélo. Dat is het bedrijf van TU/e-ingenieur Gérard Vroomen en de Canadees Phil White. En dat terwijl fietsproducenten in eerste instantie geen interesse hadden voor de vernieuwende fietsen van het tweetal.

Gérard Vroomen studeerde in 1995 af aan de TU/e, bij de faculteit Werktuigbouwkunde. Met een afstudeerverslag getiteld 'Design of an aerodynamic time trial bicycle'. Het was een teken van wat ging komen. Nu, dertien jaar later, rijdt de CSC-ploeg van Bjarne Riis exclusief op de fietsen van zijn bedrijf. Fabian Cancellara won in 2006 Parijs-Roubaix op een Cervélo, in 2007 gevolgd door Stuart O'Grady, ook op een Cervélo. En nu is er dus de Touroverwinning.

Vroomen verrichte zijn afstudeerwerk aan de universiteit van Montréal (Canada). Daar maakte hij met studiegenoot Phil White de Baracchi, het eerste prototype van hun hand. Eigenhandig, in de kelder van hun studentenhuis, zetten ze de fiets in elkaar. De Baracchi leverde veel enthousiaste reacties op, maar niet van fietsenproducenten. Die zagen er geen brood in. Wat voor het tweetal aanleiding was om de fiets dan maar zelf op de markt te brengen. Met succes, want in 1996 reed de Canadese tijdrijder Eric Wohlberg al op een fiets van Cervélo, op de Olympische Spelen van 1996 in Atlanta. Daarna volgden al snel nationale titels tijdrijden, veroverd op Cervélos.

Eenvoudig streven 

Het bedrijf telt inmiddels zo'n dertig man personeel en heeft, naast een kantoor in Canada, ook een afdeling in het Zwitserse Neuchâtel, waar Vroomen ook woont. Het bedrijf heeft een eenvoudig streven: 'onze klanten helpen races te winnen'. Met de focus op engineering, zegt de Cervélowebsite, en niet op marketing. "We verontschuldigen ons dat onze advertenties eruit zien alsof ze zijn gemaakt door ingenieurs. We gaan ervan uit dat je liever een advertentie leest die geschreven is door een ingenieur dan dat je op een fiets rijdt die is ontworpen door de marketingafdeling."

bron: TU Eindhoven