Minister Kamp: meer aandacht voor techniek in onderwijs

Techniek moet meer aandacht krijgen in het onderwijs. Alleen zo kunnen bedrijven ook in de toekomst blijven innoveren en hun positie op de wereldmarkt behouden. Dat zei minister Henk Kamp van Economische Zaken desgevraagd aan het einde van zijn bezoek aan de beurs voor lichtgewicht materialen (JEC) in Parijs. De bewindsman trok een middag uit om verschillende Nederlandse bedrijven te bezoeken, terwijl hij eigenlijk in de Tweede Kamer had moeten zijn om vragen te beantwoorden.

Bezoek minister Kamp aan Nederlands paviljoen JEC.

1/1

Gerelateerd nieuws

Tweede generatie logistiek AGV-platform Siemens Nederland en VDL

Is 'het management' in de AI-hype getrapt?

Pilz Nederland en MA-IT bundelen ‘safety’-krachten

'Princepeel' kiezen voor duurzaam

Kamp: "De belangstelling voor techniek kan al op de basisschool worden gewekt. Instellingen voor middelbaar en hoger beroepsonderwijs moeten samenwerken met bedrijven. Alleen zo kan onze maakindustrie blijven innoveren en een positie op de wereldmarkt behouden." Kamp acht dit onderdeel van de zogenoemde Gouden Driehoek waarin overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen samenwerken.

Pionieren

De Nederlandse maakindustrie is goed voor 13 procent van het bruto binnenlands product. Volgens Kamp durven Nederlandse bedrijven te pionieren. "Ze werken vernieuwend en dat zorgt voor nieuwe materialen, productiemethoden en producten van wereldklasse. Als overheid stimuleren wij dat." Als voorbeeld noemde de minister het project Tapas waarin Fokker en TenCate en een aantal MKB's samen met Airbus werken aan lichtere vliegtuigen. Door de toepassing van thermoplastische onderdelen worden vliegtuigen tot 15 procent lichter waardoor ze zuiniger kunnen vliegen.

Innovatieprijzen

Kamp mocht in Parijs aan drie Nederlandse bedrijven namens de beursorganisatie een 'Innovation Award' voor vernieuwende lichtgewicht producten uitreiken. DSM kreeg een onderscheiding voor de duurzame ontwikkeling van windmolenwieken. TenCate bedacht met partners een lichtere vliegtuigstoel en Lightweight Structures bouwde een goederenwagon van composiet.

"De Nederlandse composietsector staat heel sterk", aldus Kamp. "Daar is wel jaren van investeren en hard werken aan vooraf gegaan. Ik sprak vanmiddag een ondernemer die zeventien jaar aan een ontwikkeling had gewerkt en pas de laatste drie jaar geld had verdiend."

Fokker Landing Gear tekende tijdens de beurs een contract met het NLR. Het luchtvaartlaboratorium gaat in haar faciliteit in de Noordoostpolder landingsgestellen testen die grotendeels van composiet zijn gemaakt. Volgens Michel Peters van NLR is de luchtvaart "vrij conservatief" dus moeten beide partijen vliegtuigbouwers ook overtuigen van hun innovatie. "Het zit tussen de oren."

Nederland gastland

De JEC-beurs is ieder jaar in Parijs. Nederland is dit jaar gastland van de beurs waar in totaal 94 landen zijn vertegenwoordigd. Op de beursvloer staan meer dan 1000 bedrijven en onderzoeksinstellingen, waarvan er 37 uit Nederland afkomstig zijn. Ze presenteren zich gezamenlijk onder de noemer Holland High Tech waarbij de kleur oranje niet is te missen. In Nederland zijn 350 bedrijven betrokken bij het ontwikkelen of vervaardigen van lichtgewicht materialen.