Eén A-norm machineveiligheid

A-normen zijn fundamentele veiligheidsnormen die in het kader van de Europese Machinerichtlijn zijn opgesteld. Zij beschrijven de algemene grondbeginselen voor het ontwerpen van veilige machines. De huidige A-normen zijn NEN-EN-ISO 12100 deel 1 en 2 en NEN-EN-ISO 14121 deel 1. Op grond van de praktijkervaringen met deze normen is besloten ze samen te voegen.

Door het samenvoegen van deze normen zullen ook de overlappingen verdwijnen die er bestaan tussen hoofdstuk 5 van NEN-EN-ISO 12100-1 getiteld 'Strategie voor risicoreductie' en diverse hoofdstukken van NEN-EN-ISO 14121-1 over de risicobeoordeling. Deze overlappingen betreffen voornamelijk de eisen en aanbevelingen voor het bepalen van de grenzen van de machine, de identificatie van gevaren, de risico-inschatting, de risico-evaluatie en het bereiken van risicoreductie.

 

Documentatie

Ook wordt in beide normen aandacht besteed aan de documentatie. In dit geval is er geen sprake van overlapping, maar het blijft lastig dat alle documentatie-eisen in twee verschillende normen zijn vastgelegd.

 

Educatie

Een groot voordeel van de samenvoeging van de twee A-normen is dat de aanschafkosten van de norm lager worden. Dit is vooral aantrekkelijk voor het onderwijs. Het is immers van het grootste belang dat studenten in het vak machinebouw reeds voordat zij in de praktijk gaan werken, kennisnemen van de grondbeginselen van het ontwerpen van veilige machines. Het bespaart zo machinebouwers extra scholing van hun ontwerpers. 

 

Belang

Het belang van de A-norm kan niet genoeg worden benadrukt. Deze norm moet in feite worden gevolgd in al die gevallen dat een machine wordt ontworpen of gewijzigd waarvoor geen specifieke C-norm bestaat. Of die net buiten het toepassingsgebied van zo'n C-norm valt.

bron: NEN