Laatste nieuws:

DEVENTER, 6 november 2008 14:00

Rabobank: tegenwind daagt ondernemers uit

Na twee prima jaren voor de Nederlandse industrie kan het ook eigenlijk niet anders. De omzetgroei neemt af, maar dat is volgens de periodieke marktanalyse Cijfers & Trends van de Rabobank geen reden om somber te worden.

'
1/1

De omzetgroei van 8,5% in 2007 legde een stevige basis voor 2008. Al is de verwachting dat de industrie dit jaar een lagere omzetgroei zal realiseren. Prijsstijgingen spelen een belangrijke rol hierbij, want het productievolume groeit nog nauwelijks.
Voor 2009 voorziet de bank een kleine omzetgroei.

Economische tegenwind daagt ondernemers uit

Begin dit jaar steeg het producentenvertrouwen naar het hoogste niveau sinds 1985. Een paar maanden later sloeg de stemming om. Het oordeel van ondernemers over hun orderpositie en verwachte productie versomberde behoorlijk. Vooral het oordeel over de buitenlandse orderpositie is, na jaren van exportgroei, fors verslechterd. Sinds een piek in 2007 daalt het productievolume gestaag.
De omzet in 2009 in de industrie zal vooral bepaald worden door ontwikkelingen in de (internationale) vraag, het investeringsklimaat en de grondstofprijzen. Cijfers & Trends verwacht een geringe omzetgroei van de industrie in 2009. Hierbij groeit het productievolume niet of nauwelijks.

Een prijzige uitdaging

De stijging van de grondstofprijzen leverde een flinke bijdrage aan de omzetgroei in 2008. De hoge olieprijzen werkten door in de prijzen voor transport, kunststof en energie. Het eerste halfjaar kende ook onophoudelijke prijsverhogingen van vrijwel alle metalen. Na de zomer daalden de prijzen en namen de voorraden toe. Naar verwachting zullen producenten de staalprijzen in 2009 op niveau houden. Een extra factor zijn de stijgende loonkosten. Producenten worden gedwongen hun prijzen te verhogen om de marge te beschermen. De mate waarin ondernemers de kosten kunnen doorberekenen aan de klant zal het groeipercentage van de omzet mede bepalen.
Daarnaast is het de moeite waard zuinig te zijn met grondstoffen.

Een tandje erbij

De maakindustrie neemt een belangrijke plaats in binnen de Nederlandse economie. In ruim 47 000 bedrijven werken zo’n 832 000 mensen, die 13% van de Nederlandse toegevoegde waarde creëren. En hoewel het aantal banen in de maakindustrie sterk daalt en gedeeltelijk verschuift naar de dienstverlening, neemt de toegevoegde waarde van de maakindustrie nog steeds toe.
Er zijn wel wat kanttekeningen. De concurrentiepositie van de Nederlandse maakindustrie blijkt in Europa een middenpositie in te nemen. De arbeidsproductiviteit is middelmatig, evenals de investeringen in hoger onderwijs. De investeringen in R&D blijven achter bij onze Europese buurlanden. En ondanks een hoog aantal octrooien, blijft de omzet uit nieuwe en verbeterde producten op internationaal niveau achter.
Om de internationale concurrentiepositie te verbeteren, zal de maakindustrie een tandje bij moeten schakelen.

Make or buy?

Industriële ondernemers staan vaker voor de ‘make-or-buy’ keuze. Vanuit kostenperspectief lijkt het uitbesteden naar lagelonenlanden aantrekkelijk. Sommige bedrijven keren echter terug na een tegenvallend buitenlands avontuur. Bedrijven worden, bijvoorbeeld in China, geconfronteerd met stijgende loonkosten, kwaliteitsproblemen, lange levertijden en hoge transportkosten. Ook het risico van piraterij ligt op de loer. Vanuit een marktperspectief blijft lokaal produceren de moeite waard. Markten in Azië, maar ook in de nieuwe Europese lidstaten, ontwikkelen zich sterk en Nederlandse bedrijven kunnen daarvan profiteren. Hierbij blijkt het overnemen van een lokale productievestiging soms een goed alternatief voor uitbesteden.

Op zoek naar onderscheid

Naast kostenbeheersing en productiviteit blijft het devies: onderscheidend vermogen. De industriële concurrentiekracht in Nederland komt vooral uit specialisatie en het bedienen van nichemarkten. Zoals in andere Europese landen produceren de meeste maakbedrijven op klantorder en niet meer op voorraad. In vergelijking met de ons omringende landen wordt in Nederland vooral in enkelstuks en middelgrote series geproduceerd. Voor veel bedrijven is een focus op de klant vanzelfsprekend. Kwaliteit, dienstverlening en levertijd bepalen de concurrentiepositie. De prijs doet er minder toe. Innovatie werkt onderscheidend. Innovatie betekent vaak investeren in technologie. Deze in vesteringen vragen doorgaans tegelijkertijd een investering in kennis en aanpassingen in de organisatie. Zo zullen er medewerkers in huis moeten zijn, die om kunnen gaan met nieuwe technologie.
Mogelijk zijn er aanpassingen aan het productieproces nodig. Technologische vernieuwing kan niet zonder organisatorische vernieuwing. Veel ondernemers hebben daarbij ontdekt dat samenwerken een slimme manier is om kennis en ervaring te delen. Wanneer dan ook de kosten gedeeld kunnen worden, is de synergie compleet. Samenwerken kan met concullega’s, maar ook in de keten, met klanten en toeleveranciers. Samenwerken versterkt het innovatief vermogen van de Nederlandse industrie.

De overheid helpt een handje?

In de Industriebrief 2008 laat de overheid zien dat een krachtig industriebeleid prioriteit verdient. Zo komt er € 40 miljoen extra innovatiekrediet en € 39 miljoen extra R&D-geld beschikbaar. Starters krijgen toegang tot microfinanciering en de borgstellingsregeling MKB wordt verhoogd en verruimd. Tegelijkertijd vraagt de overheid ondernemers om zich te houden aan allerhande regels. Het blijkt daarbij steeds weer lastig om de administratieve last te beperken. Onduidelijkheid en administratieve consequenties van bijvoorbeeld de registratie van chemische stoffen (REACH) en de verpakkingenbelasting leiden de aandacht af van waar het werkelijk om gaat: ondernemen.

Medio 2009 staat de invoering gepland van richtlijnen voor Energy Using Products (EUP). Deze zijn bedoeld om de milieubelasting van producten en processen te verminderen. Het risico bestaat dat de concurrentiepositie door de EUP-regels wordt verzwakt. Hier ligt een taak voor de overheid. Tegelijkertijd ligt er een uitdaging voor ondernemers om Ecodesign te zien als een kans om onderscheidend vermogen te creëren in de markt. Dit zal ook bijdragen aan een positief imago van de maakindustrie.

Ambitie

De Nederlandse industrie lijkt zich bewust van de uitdagingen waar zij voor staat. Ondernemers hebben flink geïnvesteerd in machines, computers en bedrijfsgebouwen en zijn druk bezig met kostenverlaging en efficiency. Gezien onze internationale positie is het noodzakelijk om de productiviteit verder te verbeteren. Bijvoorbeeld door robots in te zetten of ‘lean manufacturing’ door te voeren. De fluctuerende grondstofprijzen en het tekort aan personeel motiveren extra om de capaciteit optimaal te benutten en verspilling te voorkomen. De overheid vat de ambitie voor de industrie in 2030 samen als: internationaal concurrerend, vernieuwend, onderscheidend en duurzaam. Een prachtig streven, waarbij de overheid zichzelf uitdaagt om bedrijven hierbij te stimuleren. Uiteindelijk zijn het echter de ondernemers die die ambitie waar moeten maken, ook met economische tegenwind.

De complete Sectorupdat november 2008 van Rabobank Cijfers en Trends kan hier worden gedownload (pdf)

bron: Rabobank

ab op X

Volg ab nu ook op X!

Onze accountnaam is: @aenb

Agenda meer (10)

14 mei 2024 - Antwerp Expo, Antwerpen (B)
Advanced Manufacturing
15 mei 2024 - Antwerp Expo, Antwerpen (B)
Advanced Engineering
15 mei 2024 - Brabanthallen, 's-Hertogenbosch
Food Tech Event
28 mei 2024 - 's-Hertogenbosch
Power Electronics & Energy Storage
5 juni 2024 - Brabanthallen, 's-Hertogenbosch
Vision, Robotics & Motion
10 juni 2024 - Franfurt Am Main (D)
ACHEMA
1 oktober 2024 - Evenementenhal Gorinchem
METAVAK
3 oktober 2024 - Kortrijk Expo, Kortrijk (B)
ABISS

Geen nieuws meer missen?

Meldt u dan direct aan voor de gratis ab nieuwsbrief.

 

Knop nieuwsbriefMet de gratis ab nieuwsbrief wordt u wekelijks op de hoogte gehouden over het aandrijven en besturen nieuws. U ontvangt wekelijks het laatste nieuws en elke maand een themanieuwsbrief.

 

Direct aanmelden