Focus op intrinsieke veiligheid al in ontwerpfase

In de praktijk van machineveiligheid zie je nog veelvuldig dat de focus ligt op het ontwijken van gevaar of beperken van verwondingen. Vaak wordt aangenomen dat bijvoorbeeld het plaatsen van een afscherming of hek om een gevaarlijke machine of robot afdoende is. Niets is minder waar en in gevaarlijke situaties kan een dergelijk hek zelfs een gevaarlijke opsluitende functie hebben. Beter is het dus om al in de ontwerpfase te streven naar het engineeren van een intrinsiek veilige machine. Hierbij komen ook principes aan bod vanuit ratio-engineering.

Hoewel de Machinerichtlijn oorspronkelijk in het leven is geroepen om het vrije handelsverkeer tussen de EU lidstaten te bevorderen, heeft de inhoud voor een belangrijk deel betrekking op veiligheid. Niet voor niets is hij bijvoorbeeld opgenomen in de Wet gevaarlijke machines. Dat betekent overigens niet dat de Machinerichtlijn uitsluitend betrekking heeft op complete machines. Ook verwisselbare uitrustingsstukken, veiligheidscomponenten, hijs- en hefgereedschappen, kettingen, kabels en banden en niet voltooide machines moeten aan deze Richtlijn (wet!) voldoen.

Risico-inventarisatie

Om een omgeving veilig te maken is het noodzakelijk een risico-inventarisatie te maken. Hiervoor zijn verschillende methoden beschikbaar die allemaal hun eigen voordelen en beperkingen kennen. Festo werkt onder meer met de risicograaf overeenkomstig ISO 13849-1. Hierbij wordt gekeken naar de ernst van de verwonding als gevolg van een bepaald gevaar (licht of zwaar), de frequentie waarmee een persoon wordt blootgesteld aan het gevaar (zelden of vaak) en de mogelijkheden die er zijn om het gevaar te ontwijken of de verwondingen te beperken. Door een potentieel gevaar op deze drie punten te beoordelen, is uiteindelijk een uitspraak te doen over bijvoorbeeld de veiligheid van een bepaalde omgeving, een (deel van een) machine of een specifiek proces.

Intrinsiek veilig

Mocht het veiligheidsniveau onvoldoende zijn, dan is het mogelijk om aanpassingen te doen op één van de drie eerder genoemde punten. In de praktijk blijkt dat vooral het laatste punt – de mogelijkheid om het gevaar te ontwijken of verwondingen te beperken – vaak wordt toegepast. In veel gevallen wordt namelijk aangenomen dat bijvoorbeeld het plaatsen van een afscherming of hek om een gevaarlijke machine of robot afdoende is. Niets is minder waar en in gevaarlijke situaties kan een dergelijk hek zelfs een gevaarlijke opsluitende functie hebben. Het is dus beter reeds in de ontwerpfase te streven naar het engineeren van een intrinsiek veilige machine. Wanneer dit niet mogelijk is, als alle mogelijke maatregelen zijn genomen om verwonding te voorkomen en er is alsnog een restrisico, dán mag de machinebouwer zich beperken tot het waarschuwen van de gebruiker. Dit gebeurt door middel van signalering op de machine en opname in de handleiding.

Een voorbeeld waarbij een intrinsiek veilig ontwerp de plaatsing van afscherming overbodig maakt is te vinden in de robotwereld. In tegenstelling tot wat velen denken, is het bij een robot namelijk niet altijd noodzakelijk een hekwerk te plaatsen. Wanneer de maximale snelheid zich beperkt tot een bepaalde (wettelijk vastgestelde) waarde, is er ten eerste voldoende tijd om de robot te ontwijken en ten tweede zal een eventuele aanvaring niet leiden tot ernstig letsel.

Lees het complete artikel in de november/december-editie van a&b