Europese Commissie steunt ambitieuze plannen industrie

De Europese Commissie (EC) heeft een nieuwe manier van werken geïntroduceerd in het Zevende Kaderprogramma: de Public-Private Partnerships. De commissie richt haar pijlen voortaan op minder, maar zeer omvangrijke onderzoeksprogramma’s, die gericht een kennisvraag van de industrie beantwoorden. De EC heeft hiervoor onlangs een budget van 423 miljoen euro beschikbaar gesteld.

Omdat de industrie in tijden van crisis wel een duwtje in de rug kan gebruiken, heeft de EC de publiekprivate samenwerking omarmd. De commissie zet het beschikbare budget op strategische wijze in: ze legt de lat hoger door voor meerdere jaren ambitieuze plannen te honoreren. ‘Een goede zaak’, volgens Erik van de Burgwal, adviseur van EG-Liaison – het expertisecentrum van NL Innovatie voor het Zevende Kaderprogramma van de EC.

Sinds 2009 zijn er vier Public-Private Partnerships (PPP’s) van start gegaan, die deze zomer voor een totaal aan 423 miljoen euro aan oproepen hebben gepubliceerd. Zo legt de PPP Factories of the Future (160 miljoen euro) zich toe op het versterken van de maakindustrie; zet Energy efficient Buildings (85,5 miljoen euro) in op het energiezuinig en duurzaam bouwen van nieuwbouw én het verbeteren van bestaande bouw. Het European Green Cars Initiative (88 miljoen euro) moet de Europese positie als ontwikkelaar van onder andere elektrische voertuigen verbeteren en binnen de PPP Future Internet (90 miljoen euro) wordt gewerkt aan het ‘internetgedreven’ huishouden van de toekomst. Consortia uit heel Europa werken momenteel aan projectvoorstellen. Tot het eind van KP7 in 2013 zullen nog twee van dergelijke rondes volgen.

PPP’s in de praktijk

Wat er precies verandert? In het verleden ontvingen veel onderzoeksprojecten een beetje geld en hoefde de onderzoeksvraag niet expliciet voort te komen uit de industrie. "Nu is dit laatste een absolute must", verklaart Van de Burgwal, "De Europese Commissie zet in op toegepast onderzoek met als eindresultaat een grote maatschappelijke toegevoegde waarde. Ook moeten de PPP’s leiden tot sterkere samenwerkingsverbanden tussen sectoren en onderzoeksinstellingen in Europa."
Bijzonder aan deze strategische koerswijziging van de EC is dat de formele werkwijzen níet zijn veranderd. Volgens de EG-Liaison-adviseur is dit een groot voordeel. Vooral omdat dergelijke wijzigingen in een orgaan als de EC jarenlang kunnen duren. "Dit maakt de aanpak van de Europese Commissie nog daadkrachtiger. En juist bij daadkracht is de industrie op dit moment zo gebaat."

Voorproefje KP8

Een voorproefje op KP8 vanaf 2014, zo wordt de huidige koerswijziging ook wel genoemd. Een forse verandering die met zijn vele voordelen voor de grote industrie met name het mkb angst inboezemt. Angst die Erik van de Burgwal begrijpelijk vindt. Toch is de adviseur zelf een stuk minder negatief, hij ziet heel nieuwe mogelijkheden. En hij hoort ze ook, al is het in de wandelgangen.

"De EC wil náást het versterken van de industrie óók inzetten op innovatie – een terrein waar juist het mkb sterk in is", stelt Van de Burgwal. "De commissie gaat hiervoor ook andere middelen zoals structuurfondsen gebruiken." Daarom voorziet de adviseur een programmaontwerp dat nog veel meer inspeelt op de behoefte van het mkb, en op het versterken van de Europese samenwerking tussen het bedrijfsleven en kennisinstellingen. "Waarschijnlijk verbetert dit de situatie voor innovatieve ondernemers, vooral omdat het nieuwe programma meer aansluit op de projecten die het mkb ontwikkelt."