TU/e-onderzoekers samen op zoek naar energie van de toekomst

Meer dan 150 wetenschappers van de Technische Universiteit Eindhoven bundelen hun krachten in het Eindhoven Energy Institute, dat dinsdag 6 april officieel van start gaat met een symposium. Doel van het instituut is het vinden van oplossingen voor het energieprobleem. De onderzoekers hebben een wereld voor ogen waarin we de energie vooral uit zonlicht halen, of uit onze eigen nabootsing van de zon: kernfusie. En waar we toch nog vloeibare brandstoffen nodig hebben, ontwerpen we die zelf.

Het Eindhoven Energy Institute (EEI) brengt onderzoekers bijeen van 27 onderzoeksgroepen van de TU/e. Doel van het instituut is het energieonderzoek van de universiteit te focussen en te versterken, en tegelijkertijd de zichtbaarheid te vergroten.  

Het EEI krijgt vier onderzoekslijnen, vooral gericht op energiebronnen van de toekomst. Zonnecellen bijvoorbeeld, die moeten in de toekomst meer energie opleveren, maar vooral ook goedkoper zijn, zodat de elektriciteit betaalbaar is. Verder krijgen ‘nieuwe brandstoffen’ een belangrijke rol. Wanneer de olie op raakt, zullen we soms toch nog brandstof nodig hebben, bijvoorbeeld voor vliegtuigen. De wetenschappers gaan daarom ultraschone vloeibare brandstoffen ontwerpen, die we zelf kunnen maken. Eerst nog uit gas, steenkool en biomassa, en later mogelijk zelfs uit de combinatie van kooldioxide en zonlicht. Daarnaast heeft kernfusie – een potentieel oneindige en schone energiebron –  een eigen onderzoekslijn in het EEI.

Bij een alsmaar groeiende energievraag is het ook belangrijk dat de beschikbare energie zo efficiënt mogelijk ingezet en getransporteerd wordt. Denk aan betere batterijen (snel oplaadbaar, licht, goedkoop), zuinige verlichting en zuinige en schone motoren. En aan slimme stroomnetten die ervoor zorgen dat de stroom op het juiste moment op de juiste plek beschikbaar is, en die lokaal opgewekte stroom kunnen opnemen.

De start van het EEI onderstreept de groeiende rol van de TU/e in het Nederlandse en internationale onderzoek naar duurzame energie. Zo besloot fusie-instituut FOM Rijnhuizen afgelopen maand om naar de campus van de Eindhovense universiteit te verhuizen. Verder is de TU/e deelnemer aan een groot Europees samenwerkingsverband dat ruim twintig miljoen euro krijgt van de EU voor energie-onderzoek: de Knowledge and Innovation Community (KIC) InnoEnergy. De TU/e is overigens al langer sterk in onderzoek naar duurzame energie. Wetenschappelijk uitgever Elsevier bestempelde de universiteit onlangs tot ‘wereldtop’ op dit gebied.