TNO haalt met stoom groene brandstof uit biomassa

TNO heeft een octrooi ingediend voor een procedé waar met oververhitte stoom ligno-cellulose op een efficiënte manier wordt ontsloten uit biomassa zodat een functionele vezel overblijft.

Met dit procedé kan ligno-cellulose gehaald worden uit tarwestro, grassen, bagasse, maïsstengels en meer. Het procédé van TNO gebruikt veel minder chemicaliën en energie dan standaard procédés en is daarmee veel goedkoper en minder belastend voor het milieu. Het draagt daarbij goed bij aan het terugdringen van de wereldwijde ontbossing en het beperken van industriële emissies en energiegebruik. 

Cellulose en lignine

Het koolhydraat cellulose wordt door nagenoeg alle planten en bomen gemaakt. Cellulose geeft, in combinatie met lignine, stevigheid aan de plant. TNO heeft nu een (kosten)efficiënte en schone manier gevonden om met oververhitte stoom de ligno-celluloseverbinding open te breken op een dusdanige manier dat een functionele vezel overblijft.

Het verkregen cellulose kan gedeeltelijk in plaats van bomenpulp worden verwerkt in traditionele toepassingen van cellulose zoals in papier, maar ook worden gebruikt voor het produceren van cellulosegebaseerde bindmiddelen voor cosmetica, verf, voedsel, asfalt en beton.

Lignine wordt al toegepast als niet-fossiele brandstof voor energiecentrales of energie-intensieve industrie en is daarmee een duurzaam alternatief voor steenkool.