Fans willen zo dichtbij mogelijk zijn, en media moeten leveren: een klein trekje in de mondhoek van de trainer, beslissingen op de millimeter en unieke gebeurtissen. In de strijd om de meest spectaculaire beelden moeten camera’s dicht op de actie zitten, zonder die te verstoren. De miniatuurapparaten van LMP Lux Media Plan zijn een uitstekend voorbeeld. Aandrijvingen van FAULHABER besturen de auto-focus en de sluiter.
Op 14 oktober 2012 sprong de Oostenrijkse extreemsporter Felix Baumgartner uit een capsule, die met behulp van een heliumballon tot bijna 39 kilometer hoogte was opgestegen. Bij zijn vrije val vanuit de stratosfeer terug naar aarde bereikte Baumgartner een snelheid van 1357,6 km/uur. Hiermee was hij de eerste mens die zonder vliegtuig door de geluidsbarrière brak. Op 1585 meter boven de grond opende hij zijn parachute, waarna hij veilig landde.
Tv-zenders van over de hele wereld zonden de voorbereidingen en de sprong zelf uit. De zender van de hoofdsponsor berichtte ruim 10 uur lang live over de recordpoging. Negen camera’s leverden hiervoor spectaculaire beelden: vijf in de capsule, twee buiten de capsule en nog eens twee op het lichaam van Baumgartner. De sluiters en scherpstelling van de camera’s werden op afstand aangestuurd vanaf de grond.
Friedel Lux, oprichter en technisch directeur van LMP: "De grootste uitdaging voor de apparatuur was warmte – een onverwacht obstakel, gezien de vrieskou in de stratosfeer. "De ongefilterde zonnestraling verhitte de behuizing sterk, en op die hoogte is er geen lucht om de toenemende warmte af te voeren. De camera’s moesten dus behoorlijk wat doorstaan."
Op de skischans
Oorspronkelijk ontwikkelde Lux de camera voor de ‘gewone’ topsport. Zijn apparatuur werkt met een uniek ontwerp voor de opnames en beeldoverdracht, en LMP had een naam opgebouwd als leverancier voor televisieproducties. In 2002 vroeg een Italiaanse zender of het mogelijk zou zijn om tijdens de Olympische Spelen een HD-camera aan de top van de skischans te plaatsen, waar de springers van start gaan. Lux: "Er is maar heel weinig ruimte daar, en de apparatuur mocht natuurlijk niet in de weg zitten. Dus we namen een camcorder, die toen nog niet veel werd gebruikt, en we hebben alles eruit gehaald wat niet absoluut essentieel was om beelden op te nemen."
Met het kleine apparaat dat overbleef kon de televisiezender letterlijk meekijken over de schouders van de schansspringers. Al snel ontdekten ook andere sporten de aantrekkingskracht van dit soort close-upbeelden. In 2004 werkte LMP samen met TV-Skyline om voor het eerst een camera te monteren op de bevestiging van het net van een voetbaldoel. Zo zagen kijkers iedere beweging van de keeper van achteren, en kregen ze tegelijkertijd een overzicht van de hele wedstrijd vanuit zijn oogpunt.
Cerberus
In 2008 kwam het bedrijf met een opvolger, die het volledig in huis verder had ontwikkeld: de Cerberus. Deze camera en is nog steeds in gebruik, onder andere in handbaldoelen en op de balk voor het polsstokhoogspringen – en eigenlijk overal waar fans bovenop de actie willen zitten. De camerakop van de Cerberus is niet groter dan drie standaard luciferdoosjes op elkaar.
LMP ontwierp een nog kleinere versie, speciaal voor in de cornervlag van een voetbalveld. De Duitse Bundesliga werkt momenteel iedere wedstrijddag met deze camera voor twee topwedstrijden. Vaak levert LMP ook de camera’s op mobiele kranen, die standaard zijn bij veel topsportwedstrijden van allerlei teamsporten. "Hiervoor is het gewicht belangrijker dan het formaat", legt Lux uit. "Hoe minder de camera weegt, des te sneller en nauwkeuriger kan de kraan de gewenste bewegingen uitvoeren."
Aandrijving
De aandrijving in de camera speelt een belangrijke rol voor de werking van de Cerberus. Hij voert de mechanische aanpassing van de sluiter en de scherpstelling uit via een aandrijflijn. Hiervoor werkt LMP met DC-motoren van FAULHABER uit de serie 0816 … S en een tandwielkast van 8:1, met een diameter van 8 mm. De diameter van de cornervlag is net iets groter, maar de motoren zijn korter.
Lux legt uit: "Voor dit soort toepassingen is zoveel mogelijk koppel vereist, met zo min mogelijk massa en volume. De tandwielkast is bijna nog belangrijker dan de motor; die wordt zwaar belast en moet dus ontzettend stevig zijn. Maar tegelijkertijd moet de aandrijving ook heel nauwkeurig zijn. Onze grootste prioriteit is een bijzonder soepele werking: de apparatuur moet direct opstarten en mag niet plotseling bewegen, trillen of haperen. Alleen dan kan je echt in beeld krijgen of de keeper zenuwachtig is, of met wat voor marge een hoogspringer over de lat is gekomen."