PETTEN, 29 augustus 2015 17:41
Vorige week ontstond in de media beroering door de conclusies in het recente artikel van L. Miller et.al. getiteld ‘Two methods for estimating limits to large-scale wind power generation'. Het artikel suggereert dat wanneer er op hele grote schaal windparken worden gebouwd de productie significant terugloopt. In de media wordt melding gemaakt dat ook voor de Nederlandse situatie de verliezen kunnen oplopen tot 80%.
Het artikel van L. Miller omschrijft de situatie dat de hele Noordzee is volgeplaatst met turbines. Dat is momenteel verre van de realiteit. Met hun methode komen zij op het resultaat dat een windpark 1,1 W/m2 produceert. De ECN-rapporten gaan ervan uit dat de Borssele windparken 2,0 W/m2 produceren. (1400 MW over een gebied van 344 km2 met een capaciteitsfactor van 50%). Dat is inclusief de verliezen in de parken en inclusief de effecten van de Belgische windparken. De door L. Miller genoemde productie van 7 W/m2 is volgens ECN onzinnig hoog.
Daarnaast laten de modellen van ECN en andere instituten zien dat het verstandig is om tussen grote windparken lege gebieden te hebben waarin de wind zich herstelt, wat tevens nodig en gepland is ten behoeve van meervoudig gebruik van de Noordzee en de ecologie.
Er is volgens ECN geen reden om aan te nemen dat de voorstellen voor offshore wind in het SER Energieakkoord niet gerealiseerd kunnen worden. Ook de visie van ECN dat in 2050 maar liefst 25% van het Nederlandse deel van de Noordzee is belegd met windparken zal niet leiden tot realisatie van de schrikbeelden van dit artikel.
Bij de ontwikkeling van windparken moeten bouwers rekening houden met een aantal effecten die de energieopbrengst kunnen verlagen. De eerste is de wisselwerking tussen windturbines in een windpark, de tweede is de wisselwerking tussen windparken. Uiteindelijk is een windturbine zeer efficiënt in staat om energie uit de wind te halen en produceert daarmee grote hoeveelheden elektrische energie. Het gevolg daarvan is dat de energie in de wind afneemt. Dat betekent dat turbines achter de eerste turbine minder energie kunnen produceren dan de eerste turbine in de rij. Daarnaast hebben windparken die bij elkaar in de buurt staan last van elkaar; achter het windpark is een gebied waarin de wind is verminderd en die moet zich herstellen doordat energie van hogere luchtlagen mengt met de lagere luchtlagen. Dit zijn zaken waar de ECN zich al lang mee bezig houdt en waarvoor ECN nauwkeurige modellen heeft ontwikkeld. Deze worden gebruikt bij de optimalisatie van de offshore windparken.
bron: ECN
ab op X
Volg ab nu ook op X!
Onze accountnaam is: @aenb
Agenda meer (10)