VNMI/FME: Opheffen ongelijk speelveld basismetaal is urgent

De noodzaak voor een gelijk Europees speelveld voor de basismetaalindustrie is in de afgelopen weken pijnlijk duidelijk geworden. Ondanks dat het verschil in energiekosten met Duitsland is verkleind, vraagt de concurrentiekracht van de Nederlandse basismetaal op de kortst mogelijke termijn om actie.

Nodig zijn vergelijkbare concurrentiekansen als in de ons omringende landen op het gebied van arbeidsrecht en energie- en klimaatbeleid.

'De minister moet doorpakken'

Wim Hamers, voorzitter van de VNMI: “Minister Kamp van Economische Zaken heeft zijn nek uitgestoken voor de sector met de compensatie van indirecte CO2-kosten en de korting op de transporttarieven. Maar zoals gevreesd komen deze maatregelen voor een deel van de sector te laat. Als we in Nederland niet afhankelijk willen worden van de import van essentiële basismetalen uit het buitenland en verder willen bouwen aan sterke innovatieve ketens, hoogwaardige werkgelegenheid en verdienvermogen in de technologische industrie, dan is een gelijk speelveld voor de Nederlandse basismetaalindustrie urgenter dan ooit. De minister moet dus nu doorpakken.”

Ongelijk speelveld

De Nederlandse basismetaalindustrie heeft al jaren zwaar te lijden onder een ongelijk speelveld op energie- en klimaatbeleid en arbeidsrecht. Een van de urgente problemen is het grote verschil in leveringstarieven voor basislast elektriciteit tussen Nederland en de ons omringende landen. Dat verschil wordt verklaard door gebrekkige elektriciteitshandel over de grens.

Leveringstarieven elektriciteit

Hamers: “Het steeds verder toenemende verschil in commerciële leveringstarieven tussen Nederland en de ons omringende landen tast de concurrentiekracht van de Nederlandse elektro-intensieve bedrijven sterk aan.” Het verschil met Duitsland is inmiddels opgelopen tot maar liefst circa € 13 / MWh, bijvoorbeeld door de administratief beperkte capaciteit op de landsgrensoverschrijdende interconnectieverbindingen (‘interconnectoren’).

Hamers: “De eerder door de VNMI en de FME gevraagde ETS-compensatie en korting op elektriciteitstransportkosten zoals in Duitsland pakken een deel van het ongelijke speelveld aan, maar de nog grote commerciële prijsverschillen leiden momenteel tot meer dan 30% hogere energiekosten in Nederland. Daarmee zijn we terug bij af.”

Hamers roept de minister op snel door te pakken om deze grensbeperkingen zo snel mogelijk op te heffen. “De grensheffing is gebaseerd op een boekhoudkundige schaarste en moet met spoed van tafel. We willen met de minister in gesprek, liever vandaag dan morgen, om concrete oplossingen te bespreken die de concurrentiekracht van de sector verbeteren.”

bron: FME-CWM