DEN HAAG, 11 juni 2012 11:16

Middelmatige innovatiepositie Nederland belemmert economische groeikansen

Afgelopen vrijdag presenteerde TNO De Staat van Nederland Innovatieland 2012. Deze publicatie door HCSS (The Hague Centre for Strategic Studies) toont aan dat sectoren die het meest intensief in R&D investeren het hardst groeien en bovengemiddeld bijdragen aan economische groei. Maar tegelijk wordt geconstateerd dat R&D-investeringen door MKB-ondernemingen structureel afnemen, Nederlandse bedrijven steeds meer in R&D investeren in het buitenland en met alleen het eigen arbeidsaanbod Nederland de internationale concurrentieslag op termijn dreigt te verliezen.

Jan Mengelers, bestuursvoorzitter TNO: "Het feit dat Nederland economisch wegzakt, maakt de urgentie van meer R&D- en innovatie-investeringen en inspanningen ondubbelzinnig. Wij grijpen de introductie van dit rapport dan ook aan om de discussie rondom beleid en uitvoering van innovatie in Nederland te voeden. Daartoe zijn sleutelspelers uitgenodigd om in Innovatie2020 acties te formuleren voor de korte en (middel)lange termijn die Nederland nodig heeft om zijn innovatie- en concurrentiepositie te versterken."

Onder EU-gemiddelde - en dalend

Uit De Staat van Nederland Innovatieland 2012 blijkt dat Nederland kan worden gekwalificeerd als een innovation follower, een middenmoter op R&D gebied. De R&D-intensiteit (de R&D-uitgaven als percentage van het bruto binnenlands product) ligt in Nederland met 1,84% onder het EU-gemiddelde en ruim onder de Lissabon doelstelling van 3%, en heeft een dalende tendens. Daar tegenover staat dat R&D-intensieve sectoren in Nederland het hardst groeien en bovengemiddeld bijdragen aan economische groei. Dit zijn onder andere de machine-industrie, de chemische industrie, de elektrotechnische industrie, de voedingsmiddelen- en drankenindustrie en de IT-dienstverlening.

De ontwikkeling van de R&D-uitgaven van de tien grootste R&D-investeerders in Nederland over de laatste tien jaar leert dat de meeste hun uitgaven in Nederland op vrijwel hetzelfde niveau hebben gecontinueerd. Maar omdat de totale R&D-uitgaven van bedrijven in Nederland in de periode 2000-2010 daalden, duidt dit op een afname van R&D door het midden- en kleinbedrijf. De aanwas van nieuwe original equipment manufacturers (OEM's) is gering en dat is naar de toekomst toe een groot risico. Oorzaak lijkt niet een gebrek aan ondernemerschap, maar risicoaversie bij andere spelers.

Belang buitenlandse bedrijven stijgend

Het belang van buitenlandse bedrijven voor Nederland is de laatste 10 jaar fors gegroeid. Ongeveer 1% van ons bedrijvenbestand is in buitenlandse handen en is goed voor 31% van de totale omzet in de marktsector en voor 33% van alle R&D-uitgaven. Tegelijkertijd blijkt dat de R&D-uitgaven door Nederlandse bedrijven in het buitenland juist toenemen. Jan Mengelers: "Cruciaal is dat Nederland zijn deuren naar de wereld openhoudt en verder naar buiten treedt. Het doen van onderzoek levert namelijk naast directe kennis ook werkgelegenheid op. Dat betekent het koesteren en faciliteren van Nederlandse bedrijven in het buitenland, maar ook van buitenlandse bedrijven in eigen land. Bij het aantrekken van nieuwe buitenlandse bedrijven (hoofdkantoren) is daarom een welomschreven kader en visie op R&D en innovatie wenselijk. Innovatie is een ‘global game' en daarin moet internationaal gezien Nederland aantrekkelijk zijn met een sterk ‘R&D klimaat'."

Ook de achterblijvende aanwas van nieuw talent, vooral van jonge middelbaar- en hoogopgeleiden in de exacte wetenschappen en techniek stemt ongerust. "Met alleen het ‘eigen' arbeidsaanbod van nationale bodem dreigt Nederland de internationale concurrentieslag op termijn te verliezen. Met de snelle vergrijzing die ons land door maakt, is bijsturing van beleid urgent", aldus Mengelers.

Innoveren in plaats van saneren

Jan Mengelers: "Elke euro aan innovatie levert een veelvoud aan economische groei , welvaart en werkgelegenheid op. Nederland is met het Topsectorenbeleid een goede weg ingeslagen en moet nu, voortbouwend daarop, toewerken naar een nationaal en breed gedragen Kennis- en Innovatiepact voor Nederland. Met alleen behoud van het bestaande komen we er niet; bezuinigingen dreigen Nederland ver terug te zetten ten opzichte van naaste concurrenten."

"Het verheugt mij zeer dat een aantal belangrijke vertegenwoordigers uit de ‘gouden driehoek', waaronder VNO-NCW, ASML, Philips, VSNU, NWO, MKB Nederland en KNAW, heeft aangegeven mee te willen denken bij de ontwikkeling van Innovatie2020. De groep gaat acties en adviezen formuleren die nodig zijn om de innovatie- en concurrentiepositie van Nederland te versterken. In een tijd van bestuurlijke luwte is dit initiatief noodzakelijk omdat het continuïteit geeft aan de eerder in gang gezette innovatie-impulsen en nieuwe impulsen hard nodig zijn voor onze toekomstige welvaart. Ik ben ervan overtuigd dat we ons met vereende krachten uit de recessie kunnen innoveren."

 staat_nederland_innovatieland_2012

Foto's:

De Staat van Nederland Innovatieland 2012

De Staat van Nederland Innovatieland 2012

© Aandrijvenenbesturen.nl