DELFT, 25 februari 2009 21:50

Meer aandacht in Europa voor vaardigheden en banen

Innovatie draagt bij aan het verstevigen van de concurrentiepositie. Daar is ook de Europese Unie van overtuigd. Voor haar innovatiestrategie kijkt de EU daarom niet alleen naar technologie, maar betrekt tevens het menselijk aspect. Welke talenten en vaardigheden heeft Europa nodig om haar concurrentiekracht te vergroten, ook in de toekomst? TNO hield elf sectoren tegen het licht in het kader van het onderzoek New Skills for New Jobs.

De Europese Commissie (DG Employment and Social Affairs) vroeg een consortium, bestaande uit TNO (lead), SEOR en het Oostenrijkse ZSI, de huidige situatie binnen elf brede sectoren in beeld te brengen en een verkenning voor de toekomst te doen. Sectoren als energie, chemie, telecom, post, gezondheid, ICT en de grafische industrie, maar ook de meubelbranche, detailhandel en de nutsbedrijven zijn onder de loep genomen. Voor elke sector zijn door verschillende teams plausibele scenario's opgesteld en vervolgens getoetst in workshops waarin een pluimage van partijen bij elkaar werden gebracht zoals brancheorganisaties, sociale partners, universiteiten, kennisorganisaties en bedrijven zelf.

Scenario's

Om tot die scenario's te komen is een stapsgewijze benadering gevolgd waarbij naast huidige trends, ontwikkelingen en ‘state-of-play' in de sector, ook de belangrijkste drijvende krachten in beeld werden gebracht. Met de scenario's werden de gevolgen voor de sector in termen van werkgelegenheid bekeken, maar vooral ook werden antwoorden gezocht op de vraag welke nieuwe vaardigheden in de toekomst van belang zijn in verschillende functies. En tot slot de vraag welke functies een doorslaggevende rol voor de sector zullen hebben.

Resultaten

Per sector zijn aanbevelingen gedaan, waarbij rekening is gehouden met verschillen binnen de Europese Unie. Zo worden voorbeelden van ‘partnerships' op het gebied van innovatie, vaardigheden en banen, maar ook ‘best practices' in onderwijs en training belicht. Het project gaat uit van een systematische benadering die nu op Europees niveau is toegepast, maar die ook op nationaal en regionaal niveau kan worden toegepast. Juist op het nationale en regionale niveau is een grote behoefte aan een goede methodiek om systematisch de tekorten in en behoeften aan banen en typen vaardigheden nader in beeld te brengen als basis voor verder beleid en initiatieven door bedrijven en sociale partners. In veel landen, waaronder Nederland, is het afgelopen decennium veel aandacht uitgegaan naar reïntegratiebeleid aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Te weinig aandacht werd de aandacht gericht op de noodzaak tot aanpassingen (om-, bij- en herscholing) van werkenden zelf.

Lissabonstrategie

Grote dynamiek onder invloed van globalisering, regelgeving en technologie heeft in veel sectoren geleid tot een vraag naar meer en nieuwe vaardigheden (up-skilling, new skills). Dit vraagt ook om een andere benadering van werkenden zelf, van starters tot oudere werknemers en van laag- tot hoogschoolden, maar ook van aanbieders van onderwijs en training, overheden en sociale partners. Het onderzoek vormt een belangrijke aanzet tot de start van een bredere beleidsagenda van de Europese Commissie die afgelopen najaar gelanceerd is. De factor arbeid speelt in Europa een cruciale rol in het in standhouden van onze concurrentiekracht en daarmee het garanderen van onze welvaart, ook in de toekomst. De Lissabonstrategie die Europa tot de meest innovatieve kenniseconomie van de wereld moet maken speelt hierin een voorname rol. Waar de Lissabonstrategie tot voor kort vooral gericht was op technologie en R&D wordt het vizier dit jaar en komende jaren meer gericht op het verbeteren van de kwaliteit van ons arbeidspotentieel.

bron: TNO

Foto's:

Samenwerken

© Aandrijvenenbesturen.nl