Nederland stijgt in de mondiale concurrentie-index

Het World Economic Forum (WEF) publiceert jaarlijks de concurrentiepositie van landen. Het Erasmus Strategic Renewal Center is partner-institute van het WEF en verzamelde de gegevens voor Nederland. Vorig jaar stond Nederland op de tiende plaats. In 2000 en 2001 stond Nederland nog respectievelijk op de vierde en achtste plaats om daarna weg te zakken uit de top-tien. Dit jaar stijgt Nederland echter naar de achtste plaats.

Deze stijging is het gevolg van een verhoogde efficiency van arbeidsmarkten en goederenmarkten, en excellente prestaties op het gebied van geavanceerdheid van de technologie. Nederland is op het gebied van de geavanceerdheid van technologie zelfs wereldwijd nummer Een. De toename van het innovatievermogen blijft daarentegen achter. 

Nederlandse arbeidsmarkt: hoge score voor efficiency

De score van flexibiliteit en efficiency van de arbeidsmarkt is verhoogd. Volgens het World Economic Forum is dat opmerkelijk. In vergelijking met vele andere Europese landen kent ons land een relatief efficiënt gebruik van talent op de arbeidsmarkt (zie Tabel 2). Nederland outstanding op het gebied van technologische geavanceerdheid De nummer 1 positie van Nederland met betrekking tot technologische geavanceerdheid is met name te danken aan de hoge penetratie van PCs, internet, mobiele telefonie, breedbandtechnologie en de beschikbaarheid van de nieuwste technologieën. Aanzienlijk lagere scores worden behaald als het gaat om het absorberen en toepassen van die nieuwe technologieën door bedrijven, hetgeen zijn weerslag vindt in de innovatiescore.

Innovatie in Nederland kan beter: technologie rendeert nog niet voldoende

De innovatiescore is marginaal verbeterd. Ondanks de aanwezigheid van de nieuwste technologieën en de toegenomen R&D investeringen weten Nederlandse bedrijven dit nog niet voldoende om te zetten in nieuwe producten en diensten. De grootste knelpunten zijn daarbij het gebrek aan goed opgeleide kenniswerkers en het conservatieve overheidsbeleid als het gaat om de aanschaf van nieuwe technologische producten.

bron: Erasmus Universiteit Rotterdam