Op weg naar een HBO masteropleiding Industriële Innovatie

SIC stelt zich ten doel industriebeleid* permanent te stimuleren en daar mee richting aan te geven.Onderwijs en opleiding spelen een belangrijke rol bij het realiseren van deze doelstelling.Naar de mening van SIC is de ontbrekende schakel in het technisch onderwijs een HBO masteropleiding en in het bijzonder een opleiding die gericht is op industriële innovatie.

Op initiatief van SIC hebben directies en lectoren van 4 Hogescholen (Rotterdam - Zeeland - Saxion Hogeschool Enschede en Fontys Hogescholen in Venlo) de handen ineengeslagen en gezamenlijk besloten voorbereidingen te treffen voor de start van een geaccrediteerde pilot HBO masteropleiding Industriële Innovatie op 1 september 2009.
Het betreft een 2 jarige parttime opleiding die door de 4 Hogescholen, binnen de pilot, gezamenlijk wordt aangeboden.

Voor het voorbereidingstraject is door de 4 Hogescholen een externe projectleider benoemd.Uit het midden van de Hogescholen en de SIC organisatie zijn een werkgroep en een stuurgroep geformeerd die het traject zullen begeleiden.

Uitgangspunten voor de masteropleiding "industriële innovatie"

de opleiding is bedoeld voor HBO-afgestudeerden in een specifiek technisch vakgebied, waarbij de basistechnische kennis in een 'smal' gebied aanwezig kan worden geacht;

1. de opleiding is een post-ervaringsopleiding voor ing's die reeds enkele jaren werkzaam zijn in de industrie en op het gebied van management en organisatie van innovatieprojecten aanvullende kennis en kunde nodig hebben;
2. de deelnemers aan de opleiding kunnen door het bedrijf waar zij werkzaam zijn worden geselecteerd;
3. de werkgever steunt de cursist door tijd en geld beschikbaar te stellen;
4. de duur van de deeltijdopleiding is maximaal twee jaar;
5. docenten bij deze opleiding hebben ruime praktijkkennis en ervaring op het gebied van innovatieprojecten;
6. er is een proeffase (pilot) van twee jaar waarin de opleiding haar vorm krijgt in afstemming met de betrokken bedrijven;
7. de proeffase start in 2009 in een samenwerkingsverband van 4 hogescholen over het land verspreid, met minimaal 20 deelnemers;
8. De bekostiging van de specifieke aanloopkosten wordt door de deelnemende Hogescholen gedragen.