In 2009 kwamen de R&D-uitgaven van Nederlandse bedrijven overeen met 0,88 procent van het bruto binnenlands product, ofwel de totale waarde van in Nederland geproduceerde goederen en diensten. Voor de EU-27 kwam dat aandeel uit op 1,25 procent. Het verschil in R&D-uitgaven tussen Nederland en de EU-27 is de afgelopen jaren steeds verder toegenomen.
In de meeste referentielanden waren de R&D-uitgaven van bedrijven in 2009 lager dan in 2008. De afname hield in ons land gelijke tred met die van het binnenlands bruto product (bbp). Ook in 2008 bedroegen de R&D-uitgaven van de Nederlandse bedrijven 0,88 procent van het bbp. Voor de EU-27 gold echter dat de R&D-uitgaven van de bedrijven in 2009 minder hard afnamen dan het bbp. Daardoor namen de uitgaven aan R&D in de EU-27 naar verhouding nog iets toe.
Het verschil tussen de EU-27 en Nederland is sinds 2000, een enkele uitzondering daargelaten, alleen maar toegenomen. Dat is deels te verklaren door het toenemende aandeel van de dienstensector in de Nederlandse economie, die wat minder R&D-intensief is dan de industrie.
Internationaal in de achterhoede
Nederland was een van de weinige landen waarbij de R&D-uitgaven in 2009 absoluut gezien lager waren dan in 2006, het jaar voordat de financiële crisis uitbrak. Dit gold ook voor Zweden en het Verenigd Koninkrijk. In het Verenigd Koninkrijk nam het bbp echter nog meer af dan de R&D-uitgaven zodat de R&D-uitgaven uitgedrukt als percentage van het bbp, nog wel iets toenamen.
In andere grotere Europese landen als Duitsland en Frankrijk handhaafden de bedrijven de R&D-uitgaven in 2009 op het niveau van 2008. Deze uitgaven lagen ruim boven die van 2006. Binnen de groep van referentielanden neemt Nederland in 2009 een plaats in de achterhoede in. Dit was in 2006 ook al zo.
Bronnen: