9 jul. 2012
3 minuten
Er komt in de Europese Unie meer ruimte voor risicovol experimenteel onderzoek . De Europese Commissie wil open collaborative research, waarbij onderzoekers zelf met initiatieven voor onderzoek komen, stimuleren. De studie ‘Boosting the exploratory power of open research in future and emerging technologies (FET) die TNO samen met het Fraunhofer Institut en het Austrian Institute of Technology uitbrengt, ondersteunt de Commissie hierin.
De Commissie werkt momenteel aan het volgende Europese kaderprogramma Horizon 2020. Dit programma zal nieuwe plannen voor onderzoek en innovatie ontvouwen en aangeven welke onderzoekslijnen zij de komende jaren financiert. "FET krijgt hierin een prominentere plek dan voorheen. Dit geldt ook voor FET-Open – het onderdeel dat over open collaborative research gaat", zegt Annelieke van der Giessen, TNO. "De studie schetst de mogelijkheden voor FET-Open in deze nieuwe context en hoe het actieplan voor de Commissie eruit kan zien om FET-Open verder te ontwikkelen."
Experimenteel onderzoek belangrijk
Waarom is open research zo belangrijk? "Het is risicovol onderzoek, dat tot weinig kan leiden, maar dat ook kan leiden tot onverwachte doorbraken en ingrijpende innovaties. En die doorbraken hebben we hard nodig binnen de Europese Unie, om een goede mondiale concurrentiepositie te behouden. FET-Open is een van de weinige manieren om dit type onderzoek gefinancierd te krijgen." De Commissie zoekt naar nationale R&D programma’s die ook bottom up, open en vrij onderzoek financieren om ervan te leren en ervaringen uit te wisselen. Ook dat bracht de studie in kaart. Veel beleidsmakers worstelen met de opgave innovatief, vrij en risicovol onderzoek te stimuleren. Want tegelijkertijd willen ze zicht houden op resultaten en kunnen aangeven dat belastinggeld goed besteed is. "Dat roept een zekere spanning op", aldus Van der Giessen. "Juist omdat het risicovol en innovatief onderzoek is, weet je simpelweg niet waar het zal eindigen."
VS nemen meer risico
TNO doet veel onderzoek naar de inrichting van kennisinfrastructuur, naar effecten van onderzoeksprogramma’s, en naar scenario-ontwikkeling. Ook naar vernieuwend ICT-onderzoek en onderzoek op de grens van ICT en andere domeinen zoals biotechnologie, nanotechnologie, cognitieve wetenschappen en materiaaltechnologie heeft TNO al meer beleidsstudies gedaan. "We verwachten dat Europa het met name van deze nieuwe interdisciplinaire onderzoeksvelden zal moeten hebben." De onderzoekers maakten ten eerste mini case studies van soortgelijke programma’s in andere landen van Europa, maar ook in China, de VS en Australië. Onderzoek in de geest van FET-open blijkt niet gebruikelijk te zijn in Europa. "In de VS wel, daar gaan ze nog veel verder. Het Amerikaanse DARPA (Defense Advanced Research Projects Agency) is toonaangevend in het financieren en opzetten van risicovol en vernieuwend onderzoek. Dit heeft tot diverse technologische doorbraken geleid zoals het begin van het internet en GPS."
Twee scenario’s
De onderzoekers ontwikkelden twee scenario’s over hoe met FET-open om te gaan. In het eerste scenario is in 2020 FET-open een zelfstandig programma met een zelfstandige programmaorganisatie. Het voordeel is een veel grotere zichtbaarheid. Het breidt z’n invloedssfeer van ICT uit naar andere wetenschappelijke gebieden, zoals een olievlek. In het tweede scenario kiest de Commissie voor een decentrale aanpak zodat de principes van FET-open van de hele Europese onderzoeksfinanciering onderdeel gaan uitmaken. "Twee workshops met betrokkenen leidden tot de voorkeur voor het eerste scenario", zegt Van der Giessen. "Je hebt dan de zichtbaarheid die nodig is om mondiaal de beste onderzoekers aan te trekken.’ Ze hoopt dat we ook in Nederland onderzoek in de geest van FET-open gaan uitbreiden. ‘Nederland heeft goede onderzoekers, het zou verstandig zijn onze Nederlandse onderzoeksfinanciering hierop aan te laten sluiten."