Olie die uit biomassa – zoals houtsnippers of plantenresten – is geproduceerd, heeft vaak nog niet dezelfde kwaliteit en energie-inhoud als ‘klassieke’ ruwe olie. Een nieuwe en eenvoudige katalysator, ontwikkeld aan de Universiteit Twente, brengt de olie, al vóór het transport naar de raffinaderij, op een hoger kwaliteitsniveau.
De techniek is, uit tientallen projecten, uitverkozen voor het vervolg van het nationale onderzoeksprogramma CATCHBIO, dat meewerkt aan de Europese ‘2020’ doelstelling: 20% van de brandstof in 2020 moet komen uit ‘renewable’ bronnen.
Nieuwe generatie oliën
De olie van de nieuwste generatie biobrandstoffen komt niet langer uit de vruchten of zaden, zoals bij palm- of koolzaadolie, maar uit bijvoorbeeld plantenresten, snoeiafval, houtsnippers. Daardoor is er geen ongewenste concurrentie met de voedselvoorziening. Door de plantenresten, die veel ruimte innemen, om te zetten in olie, is het transport veel eenvoudiger en kan het product rechtstreeks naar een raffinaderij.
Bijmengen met ruwe olie is nu al mogelijk. Toch heeft de olie nog niet de kwaliteit die ruwe olie wél heeft. De energie-inhoud per liter ligt lager, de olie is zuur en bevat nog te veel water. De katalysator, ontwikkeld in de groep Catalytic Processes and Materials van prof. Leon Lefferts en prof. Kulathuiyer Seshan, tilt de kwaliteit en energie-inhoud naar een beduidend hoger niveau. De groep maakt deel uit van het MESA+ Instituut voor Nanotechnologie van de UT en particippert in het Green Energy Initiative van de universiteit.
Beter dan ruwe olie
Dit gebeurt door de olie, in stikstof, te verhitten tot 500 graden Celsius en door een eenvoudige katalysator toe te passen: natriumcarbonaat op een laagje alumina. De energie-inhoud van de olie is op deze manier al op te voeren van 20 MegaJoule per kg naar 33 tot 37 MegaJoule/kg – dit is beter dan ruwe olie en benadert de kwaliteit van diesel.
De techniek, recent verdedigd door promovendus Masoud Zabeti, wordt nu al door KIOR in Texas, USA getest op kleine industriële schaal, met een productie van 4500 barrels olie per dag. Door, behalve natriumcarbonaat, ook nog het materiaal cesium toe te voegen, is de kwaliteit nog verder te verbeteren. “We kunnen daarmee bijvoorbeeld ook de aromaten terugdringen, die bij inademing schadelijk zijn”, aldus prof. Seshan.
In samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen, Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) en de Universiteit Utrecht, wordt de techniek nu verder onderzocht in een nieuw CATCHBIO programma van NWO. Op deze manier wil Nederland voorop lopen in het onderzoek naar technologie die bijdraagt aan de Europese 2020 doelstelling voor brandstof.