Het Europees parlement gaat niet akkoord met verruiming van de standaardwerkweek van 48 uur (berekend over een periode van 52 weken). Het voorstel van de Europese ministerraad om de Europese werktijdenrichtlijn op dit punt te versoepelen is afgewezen.
Het Europees Parlement (EP) heeft zich op meer punten uitgesproken. Zo wil het EP de zogenaamde opt-out regeling op termijn afschaffen. Deze regeling maakt het mogelijk het maximum van 48 uur niet toe te passen, als de werknemer daar mee instemt. Elf lidstaten waaronder het Verenigd-Koninkrijk hanteren deze uitzonderingsmogelijkheid. Het EP stemde ook tegen een voorstel om de wachttijd die op het werk wordt doorgebracht, bijvoorbeeld door medisch personeel, voortaan te beschouwen als vrije tijd. Zulke aanwezigheidsdiensten blijven tot werktijd behoren. Wel vindt het EP dat ‘inactieve’ periodes tijdens aanwezigheidsdiensten op een bepaalde manier berekend kunnen worden , om in aanmerking te worden genomen voor de berekening van de gemiddelde maximale arbeidstijd per week. Dat kan bijvoorbeeld in een CAO worden afgesproken.