Wilo uitgeroepen tot een van ‘Europe's Climate Leaders 2024’

De Financial Times en het statistiekportaal Statista hebben de Wilo Groep uitgeroepen tot een van ‘Europe's Climate Leaders 2024’. "We zijn erg blij dat Wilo op deze belangrijke lijst staat”, zegt Oliver Hermes, president en ceo van de Wilo Groep, die pompen en pompsystemen ontwikkeld. “Het bewijst dat we goed bezig zijn en een Europese leider zijn in klimaatbescherming."

Koolstofemissies verminderen is een belangrijke doelstelling van Wilo's groepsbrede duurzaamheidsstrategie. Met Creating, Caring, Connecting ontwikkelt Wilo duurzame technologieën, neemt het maatschappelijke verantwoordelijkheid en gaat het wereldwijd sterke partnerschappen aan. "Duurzaamheid is de drijvende kracht achter de Wilo Groep. Daarom geven we onze duurzaamheidsstrategie de hoogste prioriteit. Alle andere functionele bedrijfsstrategieën zijn daaraan ondergeschikt - zonder uitzondering", legt Hermes uit.

Ambitieus doel

"Onze toewijding aan consistente duurzaamheid blijkt uit ons ambitieuze doel. Tegen 2025 willen we wereldwijd klimaatneutraal produceren", zegt Georg Weber, lid van de Raad van Bestuur en CTO van de Wilo Group. Dit doel bereikten we al voor alle Europese en Chinese vestigingen. "Dit succes komt door onze grote investeringen in de laatste jaren, zoals in fotovoltaïsche systemen. We hebben momenteel een wereldwijde capaciteit van 20 megawattpiek."

Erkenning

De Wilo Groep heeft al verschillende prijzen gekregen voor haar inzet voor duurzaamheid. Het ratingbureau EcoVadis gaf Wilo in 2023 opnieuw de platina medaille. De technologiegroep ontving in 2021 de Duitse duurzaamheidsprijs op het gebied van transformatie ‘Klimaat'. Een jaar eerder noemde de Verenigde Naties en Bloomberg Wilo één van de ‘50 Sustainability & Climate Leaders'.

Europe's Climate Leaders-initiatief

 

Voor ‘Europe's Climate Leaders' bundelden de Financial Times en Statista hun krachten om bedrijven te vinden die klimaatverandering aanpakken. De lijst focust voornamelijk op de vermindering van de belangrijkste Scope 1- en Scope 2-emissies. Ze keken ook naar andere factoren, zoals transparantie over Scope 3-emissies en samenwerking met duurzaamheidsbeoordelaars zoals het Science Based Targets Initiative (SBTi).