De elektriciteitsmarkten van 15 Europese lidstaten zijn sinds 4 februari 2014 aan elkaar gekoppeld via ‘Price Coupling of the Regions’.
In de Noordwest-Europese markt zijn nu ook de dag-vooruitmarkten van energiebeurzen volledig gekoppeld. Spanje en Portugal sluiten zich de in de komende maanden aan en Italië en Slovenië volgen eind dit jaar.
Velen zien het als een mijlpaal in het traject van marktintegratie, waaronder de Europese regulator (ACER met onder andere de Nederlandse Autoriteit Consument & Markt ACM), de Europese Stroomnetbeheerders ENTSO-E en de Europese branchevereniging van energiebedrijven EURELECTRIC. De prijskoppeling in deze 15 landen is samen goed voor 75% van de totale energieconsumptie in de EU.
Ook brancheorganisatie FME is van mening dat de koppeling een goede zaak is. Vanwege de concurrentiepositie zijn voor de industrie de laagst mogelijke energieprijzen van belang; ook voor Europa als totaal in verband met de positie van de mondiaal concurrerende industrie.
De verwachte miljardenbaten, op Europese schaal, van deze koppeling komen terecht bij de eindverbruikers. Maar er zijn ook voordelen voor de energiemarkt. De koppeling betekent hogere voorziening zekerheid; door de koppeling van markten kan de volatiliteit in de markt (onder andere renawables) beter worden beheerst.
Meer dan 2.000 TWh zijn aan elkaar gelinkt waardoor het Europese energiesysteem veel efficiënter is geworden, want nationale productieparken moeten concurreren met veel andere landen. Op het moment dat fysiek ook de grensoverschrijdende interconnectoren en Europese ‘hoofdaders’ op volle sterkte zijn gebracht, is sprake van een sterke en volledig geïntegreerde markt. Daarvoor zijn op Europese schaal nog biljoenen euro’s aan investeringen nodig.
Ook subsidiesystemen moeten in Europa worden geharmoniseerd omdat ze nu teveel verstorend werken. We zijn er dus nog niet, maar dit is een sterke stap voorwaarts voor de Europese energiemarkt.