EINDHOVEN, 29 april 2013 09:47

Snackend door de Europese techniekhistorie

Het European Digital Museum for Science and Technology is officieel gestart door de Eindhovense wethouder Mary-Ann Scheurs. De samenstellers zien het als een innovatieve stap in het overdragen van hun kennis. Fiers zei te hopen dat alle informatie die wordt aangeboden op de site, gaat leiden tot veel interactie en nieuwe bijdragen. "Geld moet daarbij niet leidend zijn, maar passie", aldus Fiers.

Hoe maak je de cruciale rol die techniek speelt en gespeeld heeft in de ontstaansgeschiedenis van Europa op een aantrekkelijke en waardevolle manier toegankelijk? Met dat uitgangspunt zijn de samenstellers van het European Digital Museum for Science and Technology van start gegaan. Gekozen is voor een zestal digitale tentoonstellingen, met titels als 'Daily Lives', 'Media' en 'Infrastructures', en daarnaast hebben curatoren zo'n 34 tours uitgezet voor de bezoekers. De bedoeling is dat dat er in de toekomst veel meer worden. Ook promovendi zullen bijvoorbeeld de mogelijkheid krijgen om er een eigen tour aan toe te voegen, zo liet Johan Schot, hoogleraar Techniekgeschiedenis bij de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences en de projectleider van dit initiatief, weten.

Versie 2.0

Mary Scheurs lanceerde eigenlijk al de 2.0-versie van de site. De afgelopen zeven maanden is met het eerste prototype al veel ervaring opgedaan. Zo'n 1300 studenten uit zeventien Europese landen zijn er namelijk al actief mee aan de slag geweest. Suzanne Lommers, projectmanager van de site, zei dat deze veel enthousiasme had losgemaakt en dat er ook al weer nieuwe content aan was toegevoegd door deze gebruikers. Op de site zijn ook cursussen te vinden op bachelor- en masterniveau.

Dit Eindhovense initiatief is het resultaat van samenwerking tussen techniekhistorici en elf toonaangevende Europese wetenschaps- en techniekmusea. Objecten uit verschillende nationale museumcollecties worden op de site virtueel aan elkaar gekoppeld en in een Europese context geplaatst. Op deze wijze wordt zichtbaar hoe het fundament van Europa is gevormd door techniek via bedrijven, consumenten en internationale organisaties. Schot noemde het een enorme operatie om dit alleen al op Europees niveau te doen, toen hem gevraagd werd waarom niet direct was gekozen voor een mondiaal perspectief.

"Globale verbanden worden overigens zeker wel gelegd", zei Schot. "We bouwen al bijna veertig jaar aan het netwerk dat dit mogelijk heeft gemaakt. Bij dit project moesten wetenschappers en curatoren uit veel verschillende landen ook leren met elkaar te communiceren en dat kostte alleen al twee tot drie jaar.

Snack-formaat

Sommige techniekhistorici vragen zich af of deze vorm van kennisoverdracht niet te traditioneel en achterhaald is en welke doelgroep men hiermee wil aanspreken. Volgens de Utrechtse media- en cultuurwetenschapper Alec Badenoch, die ook bijdragen leverde, is deze site juist uitstekend geschikt voor mensen die wel iets van techniekgeschiedenis willen weten, maar die niet direct van plan zijn er heel veel tijd in te steken. Badenoch: "Het is de techniekgeschiedenis in snack-formaat. Uitermate geschikt voor bachelorstudenten die er wat meer van willen weten. Voor mijn ouders (Badenoch is Amerikaan -red.) was het een goed middel om ze iets uit te leggen over Europese connecties."

Meer interactief

Momenteel worden ook de mogelijkheden verkend om op basis van de gekozen aanpak te komen tot een meer interactief Eindhovens Digitaal Wetenschap- en Technologiemuseum. De gemeente Eindhoven, de TU/e en de Stichting Historie der Techniek ondersteunen dit nieuwe initiatief. Op dit moment wordt overlegd met andere partijen in de regio over de opzet.

Het initiatief voor het European Digital Museum for Science and Technology is genomen door de Stichting Historie der Techniek in het kader van haar programma om de rol van techniek in de Europese geschiedenis zichtbaar te maken. Wat het opzetten van de site precies gekost heeft kon Schot niet zeggen. "Dit loopt al over zoveel jaren en we krijgen geld uit diverse bronnen: uit het bedrijfsleven en van de overheid. Daarom is er geen precies bedrag voor te noemen."

Foto's:

Ouchy 1941

De Belgische technicus en hoofd van de technische afdeling van de IBU Raymond Braillard (midden) met andere omroepdeskundigen op een bijeenkomst in 1941. De sfeer op dergelijke internationale bijeenkomsten was vaak viendelijk en relatief informeel, zelfs ten tijde van de oorlog.

© Aandrijvenenbesturen.nl