Subsidieregeling duurzame energie

De subsidieregeling duurzame energieproductie (SDE+) stimuleert de productie van duurzame energie (elektriciteit, gas of warmte). Bedrijven en (non-profit) instellingen kunnen voor 2013 weer SDE+ subsidie aanvragen vanaf 4 april 2013. In totaal is in 2013 € 3 miljard beschikbaar voor duurzame energieprojecten.

De spelregels (ministeriële regelingen) zijn 6 februari 2013 in de Staatscourant gepubliceerd. De SDE+ geeft voorrang aan de goedkoopste duurzame energieprojecten. De regeling wordt daarom in (zes) fases opengesteld. Wie vroeg subsidie aanvraagt, krijgt een lagere vergoeding, maar heeft meer kans dat er genoeg budget beschikbaar is. Ondernemers kunnen in 2013 gebruik maken vanaf een startbedrag van € 0,08/kWh.

In 2013 loopt het subsidiebedrag in fases op tot maximaal:

• € 0,15 per kWh (kilowattuur) duurzame elektriciteit
• € 1,035 per Nm3 (het maximaal aantal kubieke meters dat door de gasaansluiting kan) voor groen gas
• € 41,7 per GJ (gigajoule) voor duurzame warmte

Een ondernemer krijgt over een periode van 12 tot 15 jaar alleen subsidie over de duurzame energie die hij daadwerkelijk produceert. Meer productie betekent meer subsidie. De hoogte van de subsidie varieert met de hoogte van de energieprijs. Stijgt de energieprijs dan is minder subsidie nodig. En omgekeerd: daalt de energieprijs, dan stijgt het subsidiebedrag.

In 2013 is voor het eerst subsidie ook beschikbaar voor de productie van:

• Groen gas bij riool- en afvalwaterzuiveringsinstallaties
• Geothermieprojecten die dieper boren dan 2.700 meter
• Renovatie van bestaande waterkrachtinstallaties met een nieuwe turbine

De SDE+ wordt betaald via een verhoging (opslag) van de energierekening van burgers en bedrijven (en niet meer uit belastinggeld). De Eerste Kamer heeft op 18 december 2012 een wetsvoorstel aangenomen dat invoering van de heffing mogelijk maakt. Een huishouden met een gemiddeld jaarverbruik betaalt in 2013 ongeveer € 9 per jaar extra voor dit doel; voor bedrijven gelden hogere bedragen. Vooralsnog zijn alle bedragen beperkt te noemen maar deze zullen in de komende jaren gaan oplopen.

bron: FME-CWM