AMSTERDAM, 5 oktober 2011 13:41

RaboBank: industrie moet meer en beter innoveren

Het Nederlandse bedrijfsleven bungelt onderaan als het gaat om uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling ten opzichte van andere EU-landen. Dit vormt een groot risico voor de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse industrie. Innovatie is de sleutel tot verbetering van de positie van ondernemers in de maakindustrie. Het is cruciaal dat ondernemers niet alleen meer innoveren, ze moeten vooral ook beter innoveren.

Deze conclusies staan in het rapport 'Beter en sneller innoveren in de maakindustrie' van de Rabobank. Het rapport vormt een tweeluik met de studie 'Duurzame inrichting van de maakindustrie'.

Van 'lean en mean' naar innovatie

De afgelopen jaren is in de maakindustrie veel aandacht besteed aan het 'lean en mean' maken van het productieproces. In een verzadigde Europese markt, met een nauwelijks toenemend aantal koopkrachtige consumenten en vlakke economische groei, dient nu het accent te verschuiven naar innovatie én de inrichting van het innovatieproces. Hier liggen de kansen, aldus de bank.

Onderscheiden met kennis

Kennis is de grondstof van de Nederlandse industrie. Bedrijven ontlenen hun bestaansrecht steeds meer aan de competenties (kennis, kunde en vaardigheden) die in huis beschikbaar zijn. Machines leveren nauwelijks nog concurrentievoordeel op, want ieder bedrijf kan machines kopen. Ook bedrijven in opkomende economieën. Competenties zijn veel ingewikkelder te verkrijgen of te kopiëren. Daar is een kennisinfrastructuur voor nodig. Kennis en competenties bieden bedrijven verdedigbaar concurrentievoordeel en zijn het onderscheidend vermogen van de Nederlandse industrie in de toekomst.

bron: RaboBank

Foto's:

rabo

© Aandrijvenenbesturen.nl